maandag 1 juni 2015

De relatie tussen drabbelkoeken en Tuinstra

Drabbelkoek is zoet, krokant en luchtig. Hij kruimelt wat. Deze typische koek komt uit Sneek, uit koekfabriek De Friesche Sjees, waar de familie Haga hem al sinds 1850 volgens een geheim recept in pure boter bakt.
Roomboter, boekweitmeel en suiker vormden en vormen de ingrediënten. De roomboter wordt verhit tot net onder de 100 graden en het beslag wordt 'geschud' in een koperen pannetje waarvan de bodem drie kleine gaatjes bevat. Die dunne draadjes vormen in de hete boter in één minuut een drabbelkoek, die dan nog eens moet worden gedraaid om bruin en krokant te worden en ter afsluiting op een lekzeefje wordt gelegd. De uitgelekte boter kan zo opnieuw worden gebruikt.


Jan Haga, de zoon van lappenkoopman Petrus Haga en Tytje Reinouts, gaat als banketbakkersknecht naar Amsterdam om ervaring op te doen. Met behulp van het familiekapitaal vestigt hij zich later als banketbakker aan de Galigastraat in Sneek. Als ondernemende jongeman zoekt hij naar mogelijkheden om zijn inkomsten te vergroten. Dat "extra" moet uit de koekjes komen, want de mensen kunnen nu eenmaal niet meer brood eten dan zij doen. Zo probeert hij zijn assortiment koekjes te vergroten en daaruit is de specialiteit "drabbelkoek" geboren. "Dribbeldrabbel" noemt men in die tijd om de een of andere reden het netwerk van draden. Jan Haga heeft dan de naam: drabbelkoek.
Drabbelkoeken zijn in die tijd niets bijzonders. Iedereen heeft zijn eigen recept op basis van reuzel. Maar reuzel heeft als nadeel dat het snel verbrand. Jan Haga vervangt daarom de reuzel door roomboter. Een heel duur ingrediënt, dat absoluut niet mag verbranden, omdat het proces dan helemaal te kostbaar word. Zo heeft Jan Haga in 1850 de drabbelkoek "uitgevonden".

Op 19 februari 1880 proeft Koning Willem III het geheime recept van de drabbelkoek, en verleent Haga, als enige drabbelkoekbakker, het hofleverancierschap. Tot op de dag van vandaag is het familiebedrijf houder hiervan voor de drabbelkoek.
Het Sneker bedrijf 'De Waterpoort' groeit. Er word zelfs een vestiging in Amsterdam geopend. Op 4 mei 1890 vertrekt Jan Haga met zijn vrouw Dieuwke Krol naar Amsterdam, om daar aan Weteringschans 185 een tweede vestiging te openen. Zijn zoon Gerrit treedt in de voetsporen van zijn vader en neemt de bakkerij in Sneek over.
In totaal heeft men veertien 'schudders' aan het werk, die allen ƒ8,- per week verdienen. De Sneker drabbelkoek is een delicatesse, die men het liefst 'open en bloot' - in een fraaie bus, maar niet ingepakt - uit de winkel mee naar huis neemt. En er zijn in de loop der jaren heel wat blikken verschenen. Als koningin Wilhelmina in 1898 de troon bestijgt, laat Haga een speciale zwarte bus met oranje opdruk maken in een oplage van duizend stuks.

In 1895 wordt de bakkerij aan de Galigastraat te koop aangeboden. Het pand wordt verkocht voor ƒ3335,-. Gerrit begint in het naastgelegen pand op nummer 18 een nieuwe bakkerij. Op 10 mei 1896, de geboortedag van de nieuwe drabbalkoekenbakker Jan Haga, wordt de drabbelkoekenbakkerij overgebracht. Hier blijft de bakkerij tot de jaren '60 van de 20e eeuw. De gevel van dat pand wordt gesierd met het koninklijk wapen.




Rond 1900 heeft het bedrijf in Amsterdam een primeur: het laat de eerste lichtreclame aanbrengen. De drabbelkoek verovert het Westen, maar ook in Nederlands-Indië worden goede zaken gedaan. Dat is niet zo vreemd, want een drabbelkoek blijft drie maanden 'goed', dus haalt de klant iets in huis dat ook nog even te bewaren valt. Goedkoop is de lekkernij ook in die dagen niet. Het bedrijf levert twee verpakkingen: bussen van ƒ1,- en van 60 cent.

In de jaren tien van de 20e eeuw wordt de Amsterdamse vestiging weer afgestoten. Op 20 mei 1914 gaat Jan Haga terug naar Sneek. Rond 1920 ontwerpt de Sneker ingenieur Nieveen voor de Haga's de eerste schudmachine. Dat betekent ontslag voor de veertien schudders, die intussen ƒ12,- per week verdienen en te duur worden. Gerrit Haga neemt het besluit dat zijn zoons Sjoerd, Jan en Gerrit die machine moeten bedienen. Sjoerd vindt dat er niet zoveel huishoudens van de bakkerij kunnen leven en trekt zicht terug.
Een lot uit de loterij levert hem ƒ25.000 op: voldoende startkapitaal om voor zichzelf te beginnen.
Bij Sjoerd Haga heeft banketbakker Douwe Schaap een tijdje gewerkt. Het bakken van drabbelkoeken is hem niet helemaal vreemd, omdat hij jaren geleden bij Vriezenberg in Leeuwarden heeft gewerkt, die een tijdlang geprobeerd heeft een markt voor drabbelkoeken te veroveren.

In de jaren zestig is Douwe Schaap voor zichzelf aan de Overweg te Sneek begonnen drabbelkoeken te bakken. Hij voert als handelsmerk „Het Statenjacht," dat hij onder het Friese wapen op zijn bussen heeft afgebeeld met "Beroemde Friesche boterdrabbelkoeken" Sneek.

De gebroeders Jan en Gerrit Haga zetten het bedrijf voort. Maar Gerrit Jan (Bunnie), de zoon van Jan, die de handel in de loop der jaren heeft zien veranderen, is van mening, dat het bedrijf zich aan die veranderde omstandigheden moest aanpassen. Hij vindt een goedkopere wijze van produceren en wordt een 'concurrent' van zijn vader. In het begin van de jaren zestig begint hij voor zichzelf. Hij bakt "beroemde Sneeker boterdrabbelkoeken". Zijn bedrijf heeft hij „De Friesche Sjees" genoemd. Op zijn bussen staat een sjees met twee Friese paarden ervoor afgebeeld met dan verder de Friese vlag.

Meer dan een eeuw lang is Haga te vinden in een piepklein winkelpandje in het oude centrum Sneek. In de jaren ’60 verhuist het bedrijf naar de Eerste Oosterkade waar deckoekenbakkerij aan het woonhuis grenst. Inmiddels wordt er nog slechts met één machine gewerkt. Die kleinschaligheid geeft af en toe problemen.

De dochters van Bunnie willen het familiebedrijf tot nu toe niet overnemen. De receptuur van de drabbelkoek is bij hen bekend.




Relatie met Tuinstra

Tyte Reinouts is op 3 september 1848 overleden. Petrus Haga hertrouwt op 18 mei 1852 in Sneek met Angenietje de Jager. Hun zoon Jan Haga (halfbroer van de bakker) trouwt met Beertje Tuinstra.
Jan en Beertje krijgen een dochter: Jikke. Zij trouwt met Jan Haga, de zoon van Gerrit Haga.




beknopte stamboom Petrus Haga

I Petrus Haga is geboren op 03-02-1803 in Sneek als zoon van Jan Haga en Maria Sybes. Petrus is overleden op 24-11-1868 in Sneek, 65 jaar oud.
(1) trouwde, 20 jaar oud, op 17-09-1823 met Tytje Reinouts, 20 jaar oud. Tytje is geboren op 20-01-1803 in Sneek, dochter van Wybren Reinouts en Hittje Hogenbruch. Tytje is overleden op 03-09-1848 in Sneek, 45 jaar oud.
(2) trouwde, 49 jaar oud, op 18-04-1852 in Sneek met Angenietje de Jager, 24 jaar oud, geboren op 19-04-1828, dochter van Douwe Douwes de Jager en Elisabeth van der Stel. Angenietje is overleden op 09-07-1913 in Sneek, 85 jaar oud.

Kinderen van Petrus en Tytje:
1. Wybren Reinouts Haga, geboren op 20-02-1824 in Sneek. Wybren is overleden op 29-11-1889 in Sneek, 65 jaar oud.
2. Maria Haga, geboren op 01-12-1825 in Sneek. Maria is overleden op 08-06-1843, 17 jaar oud.
3. Jan Haga (II-a), geboren op 10-04-1828 in Sneek. Jan is overleden op 25-07-1917 in Sneek, 89 jaar oud.
4. Hittje Haga, geboren op 02-04-1830 in Sneek. Hittje is overleden op 09-11-1833 in Sneek, 3 jaar oud.
5. Geertje Haga, geboren op 21-07-1832 in Sneek. Geertje is overleden op 11-04-1840, 7 jaar oud.
6. Hermanus Haga, geboren op 11-12-1834 in Sneek. Hermanus is overleden op 20-05-1838, 3 jaar oud.
7. Willem Haga, geboren op 05-01-1837 in Sneek. Willem is overleden op 10-04-1844 in Sneek, 7 jaar oud.
8. Hermanus Haga, geboren op 15-10-1839 in Sneek. Hermanus is overleden op 23-12-1912 in Idskenhuizen, 73 jaar oud.
9. Hittje Haga, geboren op 05-08-1842 in Sneek. Hittje is overleden op 12-05-1843, 9 maanden oud.
10. Willem Haga, geboren op 18-06-1844 in Sneek. Willem is overleden op 12-07-1850 in Sneek, 6 jaar oud.

Kinderen van Petrus en Angenietje:
1. Douwe Haga, geboren op 15-08-1852 in Sneek. Douwe is overleden op 16-02-1906 in Amsterdam, 53 jaar oud.
2. Willem Haga, geboren op 21-11-1853 in Sneek.
3. Jan Haga (II-b), geboren op 09-01-1855 in Sneek. Jan is overleden op 11-10-1934 in Sneek, 79 jaar oud.
4. Maria Haga, geboren op 06-04-1856 in Sneek. Maria is overleden op 12-05-1857 in Sneek, 13 maanden oud.
5. Maria Haga, geboren op 13-05-1857 in Sneek. Maria is overleden op 24-07-1859 in Sneek, 2 jaar oud.
6. Elisabeth Haga, geboren op 17-04-1859 in Sneek. Elisabeth is overleden op 11-10-1873 in Sneek, 14 jaar oud.
7. Petrus Haga, geboren op 08-08-1861 in Sneek. Petrus is overleden op 09-08-1907 in Sneek, 46 jaar oud.
8. Sjoerd Haga, geboren op 08-07-1863 in Sneek. Sjoerd is overleden op 09-12-1864 in Sneek, 17 maanden oud.
9. Sjoerd Haga, geboren op 16-05-1867 in Sneek. Sjoerd is overleden op 25-02-1869 in Sneek, 21 maanden oud.


II-a Jan Haga is geboren op is geboren op 10-04-1828 in Sneek, zoon van Petrus Haga en Tytje Reinouts. Jan is overleden op 25-07-1917 in Sneek, 89 jaar oud.
Jan:
(1) trouwde, 24 jaar oud, op 16-05-1852 met Ymkje Stelma, 23 jaar oud. Ymkje is geboren op 11-09-1828 in Sneek, dochter van Fokke Minnes Stelma en Antje Ypes Jardinga. Ymkje is overleden op 26-04-1854 in Sneek, 24 jaar oud.
(2) trouwde, 25 jaar oud, op 29-01-1854 met Dieuwke Krol, 19 jaar oud. Dieuwke is geboren op 17-05-1834 in Schingen, dochter van Gerrit Jans Krol en Jannigje Joris Wijngaarden. Dieuwke is overleden op 09-08-1918 in Nijemirdum, 84 jaar oud.

Kind van Jan en Ymkje:
1. Petrus Haga, geboren op 08-03-1853 in Sneek. Petrus is overleden op 16-01-1855, 22 maanden oud.

Kinderen van Jan en Dieuwke:
1. Jannigje Haga, geboren op 21-11-1854 in Sneek.
2. Tietje Haga, geboren op 29-03-1856 in Sneek. Tietje is overleden op 26-03-1900 in Heeg, 43 jaar oud.
3. Maria Haga, geboren op 06-02-1858 in Sneek. Maria is overleden op 26-07-1858 in Sneek, 5 maanden oud.
4. Levenloze dochter, geboren op 10-04-1859 in Sneek.
5. Gerrit Haga, geboren op 03-05-1861 in Sneek. Gerrit is overleden op 16-09-1861 in Sneek, 3 maanden oud.
6. Maria Haga, geboren op 03-12-1862 in Sneek. Maria is overleden op 28-08-1942 in Zeist, 79 jaar oud.
7. Gerrit Haga (III-a), geboren op 08-10-1865 in Sneek. Gerrit is overleden op 18-08-1932 in Sneek, 66 jaar oud.
8. Petronella Haga, geboren op 29-07-1870 in Sneek. Petronella is overleden op 01-03-1871 in Sneek, 7 maanden oud.

II-b Jan Haga is geboren op 09-01-1855 in Sneek, zoon van Petrus Haga en Angenietje de Jager. Jan is overleden op 11-10-1934 in Sneek, 79 jaar oud.
Jan trouwde 40 jaar oud, op 25-08-1895 in Sneek met Beertje Tuinstra, 31 jaar oud. Beertje is geboren op 21-12-1863, dochter van Taeke Tuinstra en Jeltje Spoor. Beertje trouwde, 20 jaar oud, op 18-05-1884 in Sneek met Gosse Faber, 28 jaar oud. Gosse is geboren op 05-08-1855 in Sneek, zoon van Aaltje Faber. Gosse is overleden op 16-10-1890 in Sneek, 35 jaar oud. Beertje is overleden op 06-03-1952 in Sneek, 88 jaar oud.

Kinderen van Beertje en Gosse:
1. Aaltje Faber, geboren op 23-08-1885 in Sneek. Aaltje is overleden op 09-07-1981 in Sneek, 95 jaar oud.
2. Taeke Faber, geboren op 10-01-1887 in Sneek. Taeke is overleden op 18-04-1971 in Sneek, 84 jaar oud.
3. Jan Faber, geboren op 25-12-1888 in Sneek. Jan is overleden op 28-10-1988 in Sneek, 99 jaar oud.

Kind van Beertje uit onbekende relatie:
1. Jeltje Tuinstra, geboren op 26-09-1892 in Sneek. Overleden op 10-10-1985, 93 jaar oud.

Kinderen van Beertje en Jan:
1. Willem Haga, geboren op 28-05-1895 in Sneek. Willem is overleden op 18-01-1978 in Sneek, 82 jaar oud.
2. Petrus Haga, geboren op 10-02-1897 in Sneek. Petrus is overleden op 01-05-1989 in Sneek, 92 jaar oud.
3. Angenietje Haga, geboren op 04-05-1899 in Sneek. Angenietje is overleden op 22-12-1986 in Sneek, 87 jaar oud.
4. Jikke Haga (III-b), geboren op 15-06-1902 in Sneek. Jikke is overleden op 10-10-1970 in Sneek, 68 jaar oud.
5. Aitze Haga, geboren op 08-04-1904 in Sneek. Aitze is overleden op 17 maart 1998 in Bolsward, 93 jaar oud.
6. Steven Haga, geboren op 18-06-1906 in Sneek. Steven is overleden op 04-05-1979 in Sneek, 72 jaar oud.


III-a Gerrit Haga is geboren op 08-10-1865 in Sneek, zoon van Jan Haga en Dieuwke Krol. Gerrit is overleden op 18-08-1932 in Sneek, 66 jaar oud.
Gerrit trouwde , 25 jaar oud, op 30-04-1891 in Sneek met Liskje Roorda, 20 jaar oud. Liskje is geboren op 20-08-1870 in Sneek, dochter van Sjoerd Roorda en Trijntje Aukema. Liskje is overleden op 18-06-1959 in Sneek, 88 jaar oud.

Kinderen van Gerrit en Liskje:
1. Sjoerd Jan Haga, geboren op 02-03-1892 in Sneek. Sjoerd Jan is overleden op 07-10-1964 in Sneek, 72 jaar oud.
2. Dieuwkje Haga, geboren op 07-04-1894 in Sneek. Dieuwkje is overleden op 27-12-1967 in Den Haag, 73 jaar oud.
3. Jan Haga (IV-a), geboren op 10-05-1896 in Sneek. Jan is overleden op 15-09-1976 in Sneek, 80 jaar oud.
4. Gerrit Haga, geboren op 16-08-1903 in Sneek. Gerrit is overleden op 17-11-1971 in Sneek, 68 jaar oud.
5. Trijntje Haga, geboren op 23-02-1913 in Sneek. Trijntje is overleden.

III-b Jikke Haga is geboren op 15-06-1902 in Sneek, dochter van Jan Haga en Beertje Tuinstra. Jikke is overleden op 10-10-1970 in Sneek, 68 jaar oud.
Jikke trouwde, 21 jaar oud, op 05-11-1923 in Sneek met Jan Haga (IV-a), 27 jaar oud. Jan is geboren op 10-05-1896 in Sneek, zoon van Gerrit Haga en Liskje Roorda. Jan is overleden op 15-09-1976 in Sneek, 80 jaar oud.

Kinderen van Jikke en Jan:
1. Liskje Beertje Haga
2. Gerrit Jan Haga

woensdag 20 mei 2015

Opmerkelijk nieuws: Friezen stammen af van één stamvader

Ruim helft Europese mannen stamt af van drie oervaders

Liefst twee op de drie Europese mannen stamt uiteindelijk af van een groep van slechts drie mannen uit de Bronstijd. Van alle inheemse Friezen loopt de helft zelfs rond met de genen van maar één van de 'stamvaders'. Dat blijkt uit een analyse van het Y-chromosoom van 334 Europese mannen.

De uitkomst is verrassend, omdat de stamvaders relatief kort geleden leefden: zo'n 2.500 tot 2.200 jaar voor Christus, toen er al landbouw was en het Oude Egypte bloeide. Wetenschappers duiden de drie 'oer-Europeanen' aan met I1, R1a en R1b.

De experts denken dat de I1-mutatie, waarmee half Friesland rondloopt, ongeveer 4.200 jaar geleden voor het eerst ontstond, ergens in Noordoost-Europa. De R1-mutaties zijn wat ouder en vooral wijdverspreid in Frankrijk, Groot-Brittannië en Spanje - al is ook eenderde van de (oorspronkelijke) Friese mannen drager ervan.

Maarten Keulemans legt een en ander uit in het volgende artikel in de Volkskrant.

dinsdag 3 maart 2015

Paulus Tuinstra

Op 25 februari 1903 is er een bijeenkomst van het Leger des Heils aan het Kleinzand in Sneek. Deze bijeenkomsten veroorzaken nogal eens aanleiding tot opstootjes. Onder de aanwezigen zijn onder andere Paulus Tuinstra, Jacob van Dijk en zijn moeder Hittje Bakker. Hittje krijgt het aan de stok met de officieren van het Leger des Heils. Tenslotte verlaat ze de godsdienstoefening.
Als de bijeenkomst is afgelopen verspert ze samen met haar 14-jarige zoon Jacob de uitgang. De zeemtouwersknecht Paulus Tuinstra duwt haar aan de kant. Zij verzet zich hier tegen. Ook Jacob bemoeit zich met de ruzie. Moeder en zoon vallen Paulus om de beurt aan. Tenslotte haalt Jacob een mes uit zijn zak en geeft Paulus een flinke snee over zijn voorhoofd, waarvan het litteken nog wel enige tijd te zien zal zijn.
De voorzitter van de bijeenkomst zegt dat de vader van Jacob een degelijk man is, maar dat er aan zijn moeder wel iets hapert.

Paulus Tuinstra doet aangifte van mishandeling.

Een jongen van 14 jaar die het voor zijn moeder opneemt is toch zeker niet slecht. Jacob is zo'n jongen, maar hij ging op die dag iets te ver en dat wordt hem kwalijk genomen bij de rechtszitting. De eis is 3 maanden gevang.



Uiteindelijk wordt hij door de Rechtbank van Leeuwarden veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf.


Leger des Heils (Kleinzand 20)

___

Paulus Tuinstra is geboren op 20-02-1884 in Sneek, zoon van Steven Tuinstra en Berber Schuil. Paulus is overleden op 25-08-1952 in Hilversum, 68 jaar oud.
Paulus trouwde, 26 jaar oud, op 10-11-1910 in Enschede met Mina Akkerman, 22 jaar oud. Mina is geboren op 25-09-1888 in Steenwijk, dochter van Wicher Akkerman en Helena Heinen. Mina is overleden op 15-12-1963 in Rhoon, 75 jaar oud.

Kind van Paulus en Mina:
1. Berber Helena Tuinstra
2. Wicher Steven Tuinstra
3. Helena Mina Tuinstra


___

Geboorteakte Jacob van Dijk

zaterdag 28 februari 2015

Vernoemen: hoe hoort dat eigenlijk?

Vroeger was het leven zo simpel. Je hoefde niet eindeloos op zoek naar die ene perfecte kindernaam, je vernoemde je kinderen gewoon in een vaste volgorde naar familieleden. Deed je dat niet, dan kon je ruzie krijgen. Maar hoe werkten die oude vernoemingsregels precies? En hoe zouden jóuw kinderen heten als je je er keurig aan zou houden?


Vernoemingsrijtje
Die vaste volgorde zag er in de meeste regio’s zo uit: eerst werden de vier grootouders van de kinderen vernoemd, dan de ooms en tantes. Als bij een heel kinderrijk gezin de familieleden op waren, vernoemden ouders zichzelf of werkten ze het vernoemingsrijtje gewoon opnieuw af, met als gevolg dat meerdere kinderen dezelfde naam kregen.

Opa en oma

De eerste jongen werd vernoemd naar zijn opa van vaderskant. Het eerste meisje kreeg in bepaalde delen van Nederland de naam van haar oma van moederskant, maar in andere ging ook bij een meisje de vaderskant voor.
De volgende kinderen kregen de namen van de overgebleven grootouders. De twee families waren om en om aan de beurt, dus als het tweede kind was vernoemd naar de moederskant dan was de vaderskant aan de beurt.
Het kwam natuurlijk niet altijd uit met de geslachten uit. Dan werd de naam gewoon omgebouwd: opa Piet kreeg een kleindochter Pietje of oma Elisabeth een kleinzoon Elisabertus.
En als bijvoorbeeld de beide opa’s dezelfde naam hadden, dan was het in sommige streken heel gewoon dat je de twee zonen ook zo noemde. Anders was een van de opa’s beledigd. De roepnamen werden dan wel anders.


Ooms en tantes

In sommige regio’s, zoals Gelderland, vernoemden ouders hun vijfde en zesde kind naar zichzelf, maar meestal waren de ooms en tantes van de kinderen aan de beurt. In streken waar de vaderskant altijd voor ging werden eerst de broers en zussen van de vader vernoemd, in de rest van het land eerst die van de moeder.
Er bestond hier wel meer vrijheid dan bij het vernoemen van de grootouders. Je kon best een vervelend familielid overslaan of een ander juist voortrekken, in de hoop dat het naamgenootje in het testament niet zou worden vergeten. Want vernoemen schiep verplichtingen. Je werd geacht extra op je naamgenootjes te letten. Sommige grootouders trokken hun naamgenoten zelfs schaamteloos voor op hun andere kleinkinderen.


Dood gaat voor levend

Er bestond één belangrijke uitzondering op de vaste volgorde van vernoemen: dood gaat voor levend. Overleden familieleden werden eerst vernoemd, ook als de andere kant van de familie eigenlijk recht had op een naamgenoot.
Twee minder vaak voorkomende uitzonderingen hadden ook met de dood te maken. Overleed een vader voor de geboorte van zijn kind, dan werd het naar hem vernoemd. Hetzelfde gebeurde met een moeder die in het kraambed stierf. En hertrouwde een weduwnaar, dan was het heel gewoon dat hij het eerste kind bij zijn nieuwe vrouw vernoemde naar zijn overleden eerste echtgenote.


Hoe zouden jouw kinderen heten?

Het is leuk te bedenken hoe je eigen kinderen zouden heten als je ze volgens de oude regels zou vernoemen.



Meer lezen:

Meer, Maarten van der. Wie noemt zijn kind nou Chardonnay? Waarom we weten zoals we heten? (Podium, 2014)

Theunis Tuinstra - een held

Er is een held in de familie. Theunis Tuinstra heeft bij Koninklijk besluit, als blijk van goedkeuring en tevredenheid de bronzen erepenning voor menslievend hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift gekregen, omdat hij met gevaar voor eigen leven een drenkelinge heeft gered uit het water van de buitenhaven van Tandjong Priok.

Theunis is matroos bij de Koninklijke Marine. In 1907 is hij weduwnaar en heeft hij twee dochters.

oorlog ,  marine ,  marineschepen
Hr. Ms. Hertog Hendrik


Op tweede paasdag, 1 april 1907, maken de leerlingen van het Gymnasium Willem III een uitstapje naar het oorlogsschip "Hr. Ms. Hertog Hendrik" op de rede van Tandjong Priok. Dat is de haven van het voormalige Batavia (het huidige Jakarta), de toegangspoort tot Nederlands-Indië.
's Morgens om half 8 vertrekken de leerlingen uit Kemajoran onder leiding van de heer Van Haften. Ze gaan met de trein naar Tandjong Priok. Daar stappen ze in de sloepen van de marine en van de Paketvaartmaatschappij. De sloepen worden voortgetrokken door stoombarkassen, die het gezelschap aan boord van "Hertog Hendrik" brengen. Aan boord worden ze vriendelijk ontvangen, het schip rondgeleid, en als afsluiting word er gedanst. Rond 11 uur worden de sloepen weer bemand en gaan ze naar de "Van den Bosch" van de Paketvaartmaatschappij. Aan boord krijgen ze weer een rondleiding, en word er gedanst tot het tijd is om terug te keren. Een prettige dag dus, maar ook een dag die voor een van de leerlingen bijna fataal zou aflopen.

Aan he begin van het tochtje vind een klein ongelukje plaats. Door het openslaan van de reling van het stoomscheepje Castor valt een van de meisjes overboord. Zij kan zich enige tijd boven water houden. Korporaal-konstabel La Lau en matroos 1e Klasse Tuinstra springen meteen overboord. Door hun snelle optreden wordt het meisje gered. Ze wordt onderzocht door de dokter van de "Hertog Hendrik" en kan na een uurtje weer meegaan met de anderen. Alle voorzorgen waren genomen, alles was nagezien, en toch was er bijna een ongeluk gebeurd!
Om half 1 gaat het gezelschap weer huiswaarts. Deze dag zal nog lang herinnerd worden.

Na een aantal dagen krijgen de redders La Lau en Tuinstra als dank een zilveren horloge met inscriptie van de leerling van gymnasium Willem III.

Dit is niet de laatste blijk van waardering. In de Staatscourant van 30 april 1907 wordt het volgende bekendgemaakt:

Bij Koninklijk besluit is, als blijk van goedkeuring en tevredenheid, de bronzen erepenning voor menslievend hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift verleend aan: W.F. la Lau, korporaal-konstabel (stamboeknummer 27083) en T. Tuinstra, matroos der 1ste klasse (stamboeknummmer 24963), wegens de door hen in gemeenschap, met levensgevaar verrichtte redding van een drenkelinge uit het water van de buitenhaven van Tandjong Priok, op 1 April 1907.




De Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon is op 18 juni 1822 in Nederland bij Koninklijk Besluit ingesteld om "een menslievende daad, die kenmerken van moed, beleid en zelfopoffering" draagt te belonen. Deze onderscheiding was ooit een legpenning maar kreeg in 1912 een draaglint.

De Erepenning draagt de woorden "voor menschlievend hulpbetoon" en wordt in goud, zilver en brons verleend.

___


Theunis Tuinstra is geboren op 01-09-1873 in Sneek, zoon van Steven Tuinstra en Ymkje Schurink. Theunis is overleden op 22-04-1963 in Apeldoorn, 89 jaar oud.
Theunis:
(1) trouwde, 26 jaar oud, op 05-07-1900 in Den Helder met Anna Sara de Boer, 21 jaar oud. Anna Sara is geboren op 25-11-1878 in Enkhuizen, dochter van Pieter Jacob de Boer en Trijntje Krol. Anna Sara is overleden op 18-05-1905 in Den Helder, 26 jaar oud.
(2) trouwde, 40 jaar oud, op 27-12-1913 in Grouw met Johanna Stellingwerf, 40 jaar oud. Johanna is geboren op 26-02-1873, dochter van Douwe Jans Stellingwerf en Sjoukje Hinnes van der Meer. Johanna is overleden op 09-05-1957 in Apeldoorn, 84 jaar oud.

Kinderen van Theunis en Anna Sara:
1. Ymkje Tuinstra, geboren op 16-02-1901 in Den Helder. Overleden op 21-10-1954.
2. Trijntje Tuinstra, geboren op 04-08-1902 in Den Helder. Overleden.
3. Steven Tuinstra, geboren op 31-08-1903 in Den Helder. Steven is overleden op 20-09-1903 in Den Helder, 20 dagen oud.
4. Theunis Tuinstra, geboren op 10-10-1904 in Den Helder. Theunis is overleden op 14-03-1905 in Den Helder, 5 maanden oud.

Kind van Theunis en Johanna:
1. Sjoukje Tuinstra, geboren op 11-07-1915 in Den Helder. Overleden op 23-03-1998.