zondag 22 augustus 2010

Tuinstra in boeken - 2

De voetreis naar Sneek

In de zomer van 1908 maakt onderwijzer Cor Bruijn met zijn vrouw en acht leerlingen een voettocht naar Sneek. Startpunt is het Noord-Hollandse Laren, waar hij leiding geeft aan de Humanitaire School, sinds 1903 gevestigd in de villa van prof. Jacob van Rees. Deze had een kolonie gesticht waar men op christelijk-Tolstojaanse wijze invulling aan het leven gaf: men was strikt vegetarisch, rookte en dronk niet, was pacifistisch en kwam op voor de rechten van de vrouw.

Leren in de praktijk en zelfontplooiing stonden hoog aangeschreven. Onlangs vond Margreet Bruijn een manuscript waarin haar vader een reis beschreef die haar ouders van 20 tot 26 juli 1908 met acht leerlingen, grotendeels te voet, naar Sneek maakten: een aanschouwelijke les in diverse schoolvakken. In boerderij, oliemolen, beschuitfabriek en pottenbakkerij keken ze hun ogen uit; uithangborden en gevelstenen leidden tot historische informatie. Slapen in het hooi en vaartochten droegen bij tot het avontuur. Dat Bruijn zichzelf en zijn vrouw meneer en mevrouw De Jong noemt en dat hij kinderen soms een andere naam geeft, toont dat het niet om een letterlijk verslag gaat. Het is een warm boek dat ons binnenvoert in een voorbije wereld van ambachten, traag verkeer en grote regionale verschillen. Een der leerlingen maakte er bewonderenswaardige tekeningen bij.

In hoofdstuk VI maken we kennis met schipper Tuinstra die de kinderen meeneemt op een zeiltocht over het Sneekermeer.

Of Tuinstra familie is is niet duidelijk, of het zijn echte naam is, is ook niet duidelijk. Maar er komen wel schippers in onze familie voor, dus wie weet?

zaterdag 14 augustus 2010

Friese voornamen

Er is geen provincie in Nederland die zo duidelijk de regionale identiteit in de naamgeving toont als Friesland. In het verleden waren de regionale namen – net als elders – nadrukkelijker aanwezig dan tegenwoordig. Gedurende de periode 1800-1922 droeg ongeveer de helft van de Friezen een Friese naam. En dan gaat het om de officiële namen, want in het dagelijks leven zullen Friezen voor namen als Antje, Pieter, Trijntje en Klaas vaak Friese vormen hebben gebruikt. Kortom, de Friese namen waren vroeger dominant in Friesland. Dat is nu anders, maar toch is aan de hedendaagse top-20 nog steeds te zien dat de lijst bij Friesland hoort. Bij de andere provincies is niet zo duidelijk te zien dat de lijst typisch bij die ene provincie hoort.

In 2009 bestaat de Friese top-10 van voornamen uit de volgende namen: Femke, Nynke, Renske, Fenna, Silke, Hester, Aafke, Marrit, Dieuwertje en Rinske.
De top-10 van jongensnamen is: Jelle, Jesse, Sjoerd, Wessel, Jelmer, Hidde, Jorrit, Sietse, Wietse en Siebe.

Met de meeste van deze namen profileert de provincie zich als Fries, hoewel deze namen ook landelijk veel gegeven worden. Overigens halen alleen Femke en Jesse de landelijke top-20. De traditionele naamgeving zien we terug in Jan, Hendrik, Johannes en Pieter. Wat we niet zien, zijn de namen die elders hoog scoren, zoals Fleur, Britt, Julia, Lotte, Emma en Amber bij meisjes en Max, Bram en Tom bij jongens.

Overigens is het begrip ‘Friese naam’ niet zo eenduidig, want niet alleen kenmerken van de Friese taal bepalen of een naam Fries is, ook het voorkomen is een criterium. Als een naam van ousher vrijwel uitsluitend in Friesland gegeven wordt, is er reden om de naam Fries te noemen. In het algemeen zijn Friese namen sterke verkortingen van Germaanse namen, bijvoorbeeld Sjoukje uit Sigward en Ruurd uit Redward. Een kleiner deel bestaat uit Friese vormen van (uitheemse) heiligennamen als Nynke (uit Catharina), Marrit (uit Maria), Berber (uit Barbara) en Pier (uit Petrus). Een ander kenmerk van Friese namen is het gebruik van uitgangen als –ske en kje bij meisjesnamen en –e, -ke, -k, -se en –ze bij jongensnamen. Vooral het gebruik van de verkleiningsuitgang bij jongensnamen is opvallend en karakteristiek.
Typisch Friese meisjesnamen die in de familie Tuinstra voorkomen zijn: Akke, Antje, Atje, Attje, Baukje, Eeke, Geeske, Hiltje, Hinke, Hylkje, Itje, Jeltje, Jetske, Jikke, Klaaske, Nieske, Oeke, Pietje, Sibbeltje, Sjoukje, Sjouwkje, Tetje, Trijntje, Wypkjen, Ymkje, Ytje en Yttje.
Typisch Friese jongensnamen die in de familie Tuinstra voorkomen zijn: Aitze, Anne, Atze, Douwe, Durk, Harmen, Hille, Hylke, Jelte, Jetse, Jetze, Siebolt, Sietze, Sjouke, Sybren, Symon, Sytze, Taede, Taeke, Teeke, Uilke, Uiltje, Wypke en Ymke.

Alhoewel er nog steeds Friese namen gegeven worden, verdwijnen er ook. Deze namen kwamen vroeger wel voor in onze familie maar worden tegenwoordig nauwelijks meer aan kinderen gegeven: Hylkjen, Sjouwkje, Uiltje

Er zijn verschillende Friese namen die landelijk populariteit hebben verworven. De tien populairste meisjesnamen zijn: Femke, Nienke, Renske, Fenna, Silke, Hester, Aafke, Marrit, Dieuwertje en Rinske. De tien populairste jongensnamen zijn: Jelle, Jesse, Sjoerd, Wessel, Jelmer, Hidde, Jorrit, Sietse, Wietse en Siebe.
De meeste namen kunnen qua voorkomen niet meer als karakteristiek voor Friesland worden beschouwd omdat ze elders zo vaak gegeven worden. In het algemeen is voor meisjesnamen de verkleiningsuitgang
–(t)je (bij namen als Aagje, Marijtje, Pietertje) in de ban gedaan, maar de verkleiningsuitgang –ke blijkt geen bezwaar te zijn, gezien Femke, Nienke en Renske. Omdat ook elders in het land de uitgang –ke gebruikt wordt, kunnen sommige van deze namen ook een niet-Friese achtergrond hebben. Zo is Renske in Friesland en Groningen een vrouwelijke vorm van Rein, maar in het zuiden kan het een verkorting uit Emerentia of Laurentia zijn. Het populaire Maaike wordt door ouders vaak in combinatie gekozen met een Friese naam voor de andere kinderen, maar is zelf niet specifiek Fries. Hij komt van oudsher namelijk ook in bijvoorbeeld Zuid-Holland voor. Hester kan zowel van Friese oorsprong zijn (uit Hedser) als een variant van Esther.

Uilke Tuinstra

Uilke Tuinstra is geboren op 30 augustus 1915 in Sneek als zoon van Sijtze Tuinstra en Elizabeth Brandsma.
Zijn schooltijd ligt in Hardegarijp. Na twee jaar ULO stapte hij over naar de Rijkskweekschool in Leeuwarden. Het onderwijzerschap bracht hem niet direct werk. Hij kreeg in 1937 een aanstelling bij de Provinciale Bibliotheek Friesland. Hij volgde nog een studie Nederlands.

Hij was van 1943 tot 1979 schoolmeester aan de openbare school in Dokkum. In die tijd maakte hij verscheidene composities voor een accordeonorkest en voor kinderliedjes.
Vanf 1983 publiceerde hij regelmatig Fries en Nederlandse gedichten in de Dokkumer Krante en de Lyrische Courant, Friese gedichten op de Skriuwerskalinder, voor Operaesje Fers en in het tijdschrift De Strikel. In 1990 won hij de Rely Jorritsmaprijs met zijn gedicht 'Antoine Watteau lêste omgong'.

Naast dichter was Tuinstra ook de componist van een aantal musettewalsen.
Hij debuteerde pas in februari 2007 met de tweetalige dichtbundel Bylden. Dat was een uitgave van het Humanistisch Verbond.

Uilke Tuinstra is op 91-jarige leeftijd overleden op zondag 8 april 2007 in Leeuwarden. Hij werd op vrijdag 13 april 2007 in besloten kring gecremeerd in Goutum.

woensdag 4 augustus 2010

Het Metalen Kruis


Het Metalen Kruis 1830-1831 is een Nederlandse onderscheiding die in 1831 werd toegekend aan zij die aan de Tiendaagse Veldtocht hadden deelgenomen. Het Metalen Kruis staat ook wel bekend als het Hasseltkruis. Het werd ingesteld door Koning Willem I bij Koninklijk Besluit no. 70 van 12 september 1831 en uitgereikt aan allen die in het leger of de Koninklijke Marine aan de krijgsverrichtingen in de jaren 1830 en 1831 hebben deelgenomen.

Het Metalen Kruis is een vierarmig bronzen kruis met een breedte van 29 millimeter. De voorzijde vertoont de gekroonde "W" in een krans bestaande uit een tak van eikenbladeren (links) en een tak van laurierbladen (rechts). De keerzijde heeft dezelfde krans, waarbinnen de jaartallen "1830-1831" gegraveerd zijn. Op de armen van het kruis is de tekst "TROUW AAN / KONING / EN / VADERLAND" te lezen. Het lint is verdeeld in zes gelijke banen nassaublauw en oranje, beginnend aan de linkerzijde met een blauwe baan.

Er zijn vele duizenden metalen kruisen uitgereikt; de onderscheiding is daarom niet bijzonder kostbaar. De toekenning schijnt nogal met de nodige soepelheid gepaard te zijn gegaan. Zo bleek niet doorslaggevend of de voorgedragen militair ook daadwerkelijk aan de Tiendaagse Veldtocht had deelgenomen.

Het brons voor het kruis werd gehaald uit een tweetal veroverde kanonnen die buit waren genomen tijdens de Slag om Hasselt, een Nederlandse overwinning op 8 augustus 1831.

De Tiendaagse Veldtocht van 2 tot 12 augustus 1831 was een veldtocht van koning Willem I der Nederlanden om de Belgische Opstand met wapengeweld te onderdrukken. Hoewel die opzet slaagde, verkreeg België haar soevereiniteit door de dreiging van Franse militaire steun.

In onze familie zijn twee mannen die deze onderscheiding hebben gekregen:
Ymke Tuinstra (geb. Sneek 30.04.1800), zoon van Douwe Tuinstra en Antje Stevens dienende in 1e afd., 1e bat., 5e comp.; heeft aanspraak op het Metalen Kruis wegens de eerste dagen van augustus 1831
en:
Jetze Tuinstra (geb. Sneek 01.01.1803), zoon van Taeke en Jitske Hoefnagel, dienende als vrijwilliger, 1e afd., 1e bat., 5e comp.

Tuinstra in boeken - 1

De Kameleon gooit het roer om
Deel 53, 1982

De -disfunctionele- familie Tuinstra verschijnt in het dorp. De moeder (Toos Tuinstra), kennelijk een feministisch typ, lijkt haar twee kinderen te verwaarlozen. Haar man (Steven Tuinstra) echter is hardwerkend. Daartegenover schetst de Roos -nadrukkelijk- het stabiele/gelukkige gezinsleven van de familie Klinkhamer en Gerben.

Geeft de Roos een aanklacht tegen de moderne maatschappij van de jaren 80?
Toen werd scheiden wat meer gewoon. Vrouwen wilden de 'vrijheid' en geen 'huissloof' meer zijn. Leek deze ontwikkeling hem maar niks en begreep hij er niet veel van? Wanneer je trouwde was je toch verantwoordelijk voor elkaar en je gezin? Maar in de jaren 80 kwam het individualisme op.

H. de Roos zal dat wel uitgelegd hebben als 'egoïsme'. Veel sympathie voor mevrouw Tuinstra (het 'feminisme'?) heeft hij duidelijk niet.

Het boek lijkt snel en routineus geschreven. Net zoals in de moderne maatschappij gaat alles in de Kameleon ook sneller. Aldus moeten er meer voorvallen plaatsvinden wil men 't boek vol krijgen.
En uiteraard loopt het goed af met de Tuinstra's; de vader opent een winkeltje en verkoopt er de klein meubels uit het magazijn van meneer Loots. Mevrouw Tuinstra laat zich scheiden om zo haar vrijheid te herwinnen. Mevrouw Rozemeier wordt de voogd van Mitsie en Frits Tuinstra.



De Kameleon gooit het roer om
Deel 53
9e druk

Niet alleen de tekst is geheel herschreven maar ook het verhaal verschilt veel van de originele versie. In het oorspronkelijke boek b.v. gaat de vader van Mitsie en Frits later een winkel met kleinmeubels beheren. In deze versie wordt de winkel een galerie. Het probleem, een -op handen zijnde- scheiding, dat in dit deel behandeld wordt, leent zich wel voor een 'hertaling' omdat het past bij deze maatschappij.
In tegenstelling tot H. de Roos is voor de 'hertaler' (opgegroeid in de hedendaagse samenleving) scheiden geen onbekend verschijnsel. Terwijl de Roos, al schrijvende, z'n hoofd schudt over dergelijke ontwikkelingen.
In een poging het feminisme te begrijpen (of juist te bekritiseren) voert hij mevrouw Tuinstra ten tonele.
In deze versie is Sonja Tuinstra een a-sociaal typ die er een buitenechtelijke relatie opnahoudt. Ze ligt halve dagen in bed en is alleen met zichzelf bezig.

Op blz. 73 geeft de hertaler een verklaring voor Sonja Tuinstra's a-sociale gedrag door Chantel te laten zeggen: "Dat zie je vaak, hé ? Als je weinig liefde hebt gekregen kun je later weinig liefde geven.."
H. de Roos suggereert in zijn verhaal juist een potentiële -nieuwe- moeder voor Freddy en Mitsie, in de vorm van mevrouw Rozemeier.
In deze versie is weinig ontzag voor elkaar: er wordt op gelijkwaardig niveau met elkaar gecommuniceerd. Klinkhamer verwacht nog wel enig respect van z'n zoon! Zo lezen we op blz. 9 van de oude versie: "M'n vader" antwoordde Sietse "Je weet wel, Evert Klinkhamer.."
Klinkhamer reageert daarop met: "Hé, hé, een beetje meer respect voor je vader, hè?"...
In H. de Roos' jeugd was het kennelijk niet gebruikelijk om je ouders bij de voornaam te noemen...

Conclusie..? : Deze 'hertaling' is niet zomaar een bewerking, maar een compleet ander verhaal...