zondag 27 november 2011

Hugenoten in de familie

Koning Lodewijk XIV van Frankrijk herroept in 1685 het 'Edict van Nantes' uit 1598 dat de hugenoten de Franse protestanten vrijheid van godsdienst heeft verleend. Gevolg is dat binnen korte tijd tussen de 50.000 en 75.000 hugenoten naar de Republiek vluchten.
Voor een deel gebeurt dat op vissersschepen uit Engeland, de Nederlanden en Denemarken die als bij toverslag voor de Franse kust verschijnen en waarvan de gehaaide kapiteins zich vorstelijk laten belonen.
In de Republiek zijn de vluchtelingen welkom, ook al constateert het Amsterdamse stadsbestuur ietwat verontrust dat vele gauwdieven onder het voorgeven van vervolging om de godsdienst en uitgelokt door de ruime bedelingen zich als vluchteling hebben gemeld. Dat zich onder de hugenoten veel economische vluchtelingen bevinden, is overigens niet zo verwonderlijk. De Staten van Holland bieden hun het burgerrecht van Amsterdam aan, geven ze de vrijheid hun beroep uit te oefenen en stellen hen drie jaar lang vrij van alle stedelijke belastingen. Om voor deze voorrechten in aanmerking te komen, moet de vluchteling wel kunnen aantonen dat hij en zijn gezin de gereformeerde religie oprecht zijn toegedaan.

Er is zelfs een familie geweest die zo graag bij het Nederlandse volk wil horen dat de achternaam ‘Malherbe’ letterlijk wordt vertaald als 'Kwaadgras'.

Op 4 april 1940 staat het volgende bericht in de Leidsche Dagblad:

"Als een merkwaardig voorbeeld betreffende het ontstaan van namen, schrijft men ons het volgende: Op 12 Febr. 1640 huwde in de Waalsche Kerk te Dordrecht Jean Malherbe met Agneta Girard Jardon. Deze Jean Malherbe was van beroep lakenwever, doch had als soldaat actief deelgenomen aan den Tachtigjarigen Oorlog en was daardoor in ons land gekomen. De oorlog eindigde gelukkig spoedig, nl. in 1648, bij den Vrede van Munster. Malherbe had in ons land zijn oude beroep hervat en zijn zoon, eveneens Jean Malherbe, die in 1643 te Dordrecht geboren werd, vertrok in 1665 naar de lakenstad Leiden, waar hij zich vestigde. De koster van een der Nederlandsche Kerken zorgde voor een aardige verrassing, want hij vertaalde de naam Malherbe In Kwaadgras of zooals toen geschreven werd Quaetgraes. Uit verschillende stukken blijkt, dat Malherbe in Fransche kringen (o.a. de Kerk) steeds zijn - juiste naam behoudt, maar de Hollanders voelden er meer voor hem „Kwaadgras" te noemen en onder deze naam komen er, na 275 Jaar, nog verschillende families In onze stad voor, wellicht zonder eenig vermoeden van het bestaan van deze naamsverandering."

Hierop volgt een dag later de volgende reactie:

"Met belangstelling, doch ook met eenige verwondering, nam ik kennis van Uw bericht In het Leidsche Dagblad van Donderdag 4 April betreffende Malherbe—Kwaadgras. Immers de zich In 1665 te Lelden vestigende Jan Quaedgras, J.m. van Dordrecht, die kort daarop ook hier huwde is niet definitief als de zoon van Jean Malherbe en Agneta Girard Jardon te ldentificeeren, daar in het aangeefcenregister van Lelden de namen zijner ouders niet worden genoemd: ook heeft hij In geen enkele relatie tot de Waalsche Kerk te Leiden gestaan. Bovendien Is het bij de thans nog te Leiden wonende familie Kwaadgras bekend, dat zij rechtstreeks afstamt van Johannes Quadtgras. lakenwever, die als Jongeman van Rotterdam, op 1 Mei 1683 In ondertrouw ging met Marija Verdiestadt, J.d. van Leyden. en van wien niet bekend is dat hij een vertaalden naam droeg. De naam Kwaadgras is, ook zonder uit het Fransen vertaald te zijn, een oorspronkelijke goed-Hollandsche naam, die reeds aan het einde der 16de eeuw te Leiden voorkomt. De methode, zich een voorvader te kiezen die ons aanstaat en zich dan daarvan te laten afstammen, heeft gelukkig sinds een dertigtal jaren afgedaan; de genealogische wetenschap heeft zich In den laatsten tijd gunstig ontwikkeld en neemt slechts aan, wat onomstootelijk door registers en akten is bewezen, en kan daardoor met een prettig aandoend krantenbericht niet accoord gaan. - U dankend voor de verleende plaatsruimte, - . W. D. H. R. Leiden, 5 April 1940."



Akke Tuinstra




Akke Tuinstra is geboren op 13-03-1851 in Sneek, dochter van Atze Tuinstra en Sytske Postma. Akke is overleden op 09-04-1905 in Leiden, 54 jaar oud.
Akke trouwde, 27 jaar oud, op 31-07-1878 in Amsterdam met Evert Kwaadgras, 22 jaar oud. Evert is geboren op 19-11-1855 in Leiden, zoon van Willem Kwaadgras en Marianne Susanne Sleijser. Evert is overleden op 19-11-1917 in Leiden, 62 jaar oud.







Kinderen van Akke en Evert:
1. Willem Kwaadgras, geboren op 11-10-1878 in Leiden. Willem is overleden op 01-03-1964 in Rijswijk (ZH), 85 jaar oud.
2. Marianne Susanne Kwaadgras, geboren op 19-03-1881 in Amsterdam. Marianne Susanne is overleden op 09-11-1956 in Oegstgeest, 75 jaar oud.
3. George Kwaadgras, geboren op 03-08-1883 in Leiden. George is overleden op 23-02-1955 in Leiden, 71 jaar oud.
4. Pieter Kwaadgras, geboren op 25-09-1885 in Leiden. Pieter is overleden op 31-12-1965 in Leiden, 80 jaar oud.
5. Antoon Kwaadgras, geboren op 11-12-1886 in Leiden. Antoon is overleden op 06-10-1896 in Leiden, 9 jaar oud.
6. Sijtske Johanna Kwaadgras, geboren op 28-11-1888 in Leiden. Sijtske Johanna is overleden op 08-02-1971 in Leiden, 82 jaar oud.
7. Anna Margaretha Kwaadgras, geboren op 04-06-1890 in Leiden. Anna Margaretha is overleden op 02-09-1963, 73 jaar oud.
8. Maria Elisabeth Kwaadgras, geboren op 17-02-1893 in Leiden. Maria Elisabeth is overleden op 28-04-1975 in Rijswijk (ZH), 82 jaar oud.
9. Evert Kwaadgras, geboren op 12-04-1895 in Leiden. Evert is overleden op 09-05-1896 in Leiden, 1 jaar oud.
10. Evert Antoon Kwaadgras, geboren op 24-10-1896 in Leiden. Evert Antoon is overleden op 04-09-1973, 76 jaar oud.




Het verhaal gaat in de familie dat ook de familie 'Schaddé van Dooren' hugenoten zijn.

Benieuwd of dit zo is ben ik op onderzoek uitgegaan.

In 1753 trouwen in Asperen Klaas Schaddé en Catharina Margaretha van Dooren.

Zij krijgen in 1755 een zoon: Cornelis Christiaan Schaddé van Dooren. Hij is dus naar beide ouders vernoemd in zijn achternaam.

Hij verhuist naar Amsterdam en krijgt daar in 1790 een zoon met de naam Izaak Schaddé van Dooren. Van daaruit zijn ze uiteindelijk in Katwijk terechtgekomen.

De achternaam is dus gewoon ontstaan uit twee aparte namen die gekoppeld zijn bij een van de kinderen. Dus geen hugenoten.