donderdag 20 september 2012

Willem Tuinstra (1868-1960)

Willem Tuinstra is geboren op 24 september 1868 in Sneek als zoon van Aitze Tuinstra en Baukje Boeyinga. Hij is de broer van Simon.

Zijn vader overlijdt op 27 juli 1873. Willem is dan nog maar 4 jaar. Vijf jaar later overlijdt zijn moeder op 14 januari 1879. Op dat moment is Willem 10 jaar.


Geboorteakte Willem Tuinstra


Op 28 januari 1879 worden de 12-jarige Simon, de 10-jarige Willem en de 6-jarige Jacomina opgenomen in het Old Burgerlijk Weeshuis in Sneek.

Willem blijkt iemand die het niet zo nauw neemt met de regels van het weeshuis. Regelmatig komt zijn gedrag ter sprake in de vergaderingen. Op 2 januari 1883 rapporteer de binnenvader dat Willem Tuinstra zich met vrienden onbehoorlijk heeft gedragen op nieuwjaarsavond en dat hij sterke drank heeft gekocht en gedronken. Op dat moment is Willem 14 jaar.

Op zaterdag 5 oktober 1884 hebben Simon, Willem en drie andere jongens zich op straat onbehoorlijk gedragen. De oorzaak is drankgebruik.

Op 9 november 1884 is het weer raak: Simon, Willem en twee jongens maken weer rumoer op straat. De politie wordt erbij gehaald. De oorzaak is wederom drankgebruik. Willem bekent de dronkenschap, Simon ontkent. Een van de jongens wordt direct ontslagen uit het weeshuis, de drie anderen waaronder Willem en Simon krijgen een week geen zakgeld.

In maart 1885 vraagt Willem of hij in dienst mag bij het Instructie Bataljon in Kampen. Dit verzoek wordt door het weeshuis goedgekeurd.
Op 6 april 1885 gaat hij als vrijwillig soldaat in dienst bij het Instructie Bataljon. In januari 1895 verlaat hij na bijna 10 jaar de landmacht.

Over de militaire loopbaan van Willem in Nederland en Oost-Indië zal ik later berichten.

In het boek "Van wezenzorg naar stadsbelang. Het Old Burger Weeshuis te Sneek 1581-1981" (G. Bakker, B. van Haersma Buma en G.P. Karstkarel) lees ik de volgende opmerkelijke passage:


"Een pupil die 's nachts ongeoorloofd met nagemaakte sleutels het weeshuis had verlaten, zich schuldig maakte aan drankmisbruik, zijn zilveren horloge - iedere jongen kreeg op zijn achttiende verjaardag een zilveren horloge - verkocht had en ook nog zakgeld van mede-pupillen had weggenomen, werd gestraft met vier dagen eenzame opsluiting op water en brood. Intussen werden er snel maatregelen getroffen, zodat onze zondaar acht weken later in militaire dienst ging voor een periode van zes jaar."

Ik weet niet of dit op Willem slaat, maar een en ander vertoont wel overeenkomsten.


Op 13 juni 1897 trouwt Willem in Sneek met Sytske Dijkstra. Sytske is geboren op 19 januari 1871 in Sneek als dochter van Taede Dijkstra en Pietje Blok.

Huwelijksakte Willem Tuinstra en Sytske Dijkstra



Kinderen van Willem en Sytske:
1. Baukje Tuinstra (28-02-1898 - 23-11-1981)
2. Pietje Tuinstra (03-12-1899 - 23-07-1978)
3. Aitze Simon Tuinstra (30-09-1901 - 03-09-1981)
4. Jacomina Tuinstra (06-08-1904 - 08-03-1955)
5. Taede Tuinstra (01-08-1907 - 16-09-1923)
6. Fedde Tuinstra (15-03-1909 - 14-11-1975)
7. Willem Tuinstra (05-04-1913 - 30-01-1990)


Sytske is overleden op 10 mei 1948, 77 jaar oud. Willem is overleden op 21 september 1960, 91 jaar oud. Een paar dagen voor zijn 92e verjaardag.



V.l.n.r.: Baukje, Taede, Willem, Aitze Simon, Fedde, Pietje, Sytske, Willem en Jacomina.
Waarschijnlijk gemaakt bij het 25 jarig huwelijksjubileum,

vrijdag 25 mei 2012

Het korte leven van Simon Tuinstra (1866-1887)

Simon Tuinstra is geboren op 14 april 1866 in Sneek als zoon van Aitze Tuinstra en Baukje Boeyinga. Als Simon 2 jaar is wordt op 24 september 1868 zijn broer Willem geboren. Als hij 4 jaar is wordt op 19 april 1870 zijn zus Antje geboren. Zij overlijdt op 27 augustus 1871. Antje wordt maar 16 maanden oud.
Als hij zes jaar is wordt op 3 december 1872 zijn zus Jacomina geboren.
Zijn vader overlijdt op 27 juli 1873. Simon is dan nog maar 7 jaar. Vijf jaar later overlijdt zijn moeder op 14 januari 1879. Op dat moment is Simon 12 jaar.

Geboorteakte Simon

Taeke Tuinstra, een broer van Aitze, wordt als voogd aangesteld voor de kinderen. Hij kan echter niet in hun levensonderhoud voorzien.

Twee weken later, op 28 januari 1879 worden de 12-jarige Simon, de 10-jarige Willem en de 6-jarige Jacomina opgenomen in het Old Burgerlijk Weeshuis in Sneek.

Als Simon 15 jaar is vraagt hij in december 1881 een opleiding aan tot timmerman. In januari 1882 wordt besloten dat hij een opleiding kan gaan volgen bij de firma Gebr. van der Werf voor een weekloon van 25 cent.


Waarschijnlijk heeft Simon niet zo'n aanleg voor het timmeren, want in juli 1882 wordt besloten om Simon een opleiding van 4 jaar te geven bij horlogemaker Thümmler. De eerste 4 jaar verdient hij helemaal niets. Daarna misschien f. 10,- per week.
August Thümmler heeft zijn werkplaats en winkel aan de Suupmarkt in Sneek.


Advertentie Leeuwarder Courant, d.d. 30-12-1881

Een horlogemaker is iemand die horloges en klokken maakt. Onder de naam horlogemaker of horlogier zijn er winkels die voornamelijk horloges en klokken verkopen en waar die ook gerepareerd kunnen worden.



In augustus 1883 krijgt Simon ruzie met zijn baas. Thümmler stuurt hem weg. Simon wordt op zijn verkeerde gedrag gewezen en moet de volgende dag weer terug naar zijn baas.

In mei 1884 krijgt Simon pijn in zijn zij. De heer Visser, buitenvader van het weeshuis, adviseert om Simon te laten opnemen in het gasthuis in Amsterdam. Op advies van de geneesheren van het weeshuis laten ze Simon niet naar het gasthuis gaan.

Omdat het in de winkel van Thümmler tocht wordt in juni 1884 besloten dat Simon hier weg moet. De heer Thümmler zorgt dat hij nu bij horlogemaker Pieter Jacobs de Boer terecht kan. Zijn werkplaats en winkel is aan de Nauwe Noorderhorne 37 in Sneek.


Advertentie Leeuwarder Courant, d.d. 21-11-1884

In november 1884 verzoekt de heer Thümmler of Simon tijdelijk bij hem mag komen werken. Hij is namelijk ziek. De Boer, zijn huidige baas, vindt het goed. Het bestuur van het weeshuis keurt de aanvraag echter af, omdat de dokter in juni heeft besloten om Simon weg te halen uit de tochtige winkel.
Toch gaat Simon in op het verzoek.


Advertentie Leeuwarder Courant, d.d. 25-02-1885


In april 1885 vraagt Simon aan het bestuur een horloge. Op de vraag waarom antwoordt hij dat hij nooit enige vorm van vergoeding van de heer Thümmler heeft gekregen toen hij hem heeft geholpen tijdens zijn ziekte.

In mei 1885 gaat binnenvader Ronner met Simon naar Nijmegen. Hij kan werk krijgen bij horlogemaker Bresson.


In juni 1885 stuurt de heer Bresson een brief waarin staat dat Simon niet zo goed is in zijn werk. Hij wil niet het overeengekomen bedrag van f. 8,- betalen, maar stelt voor f. 6,- voor kostgeld en 70 cent zakgeld. Het bestuur gaat accoord. Ook vraagt zijn baas een burgerpak voor Simon. Hier gaat het bestuur niet mee accoord, omdat hij pas geleden een nieuw pak heeft gekregen.

In juli vraagt Simon het bestuur om nieuwe schoenen en een horloge. De schoenen moeten maar gerepareerd worden. Het horloge van f. 16,- is toegestaan.

In november bericht Simon het bestuur dat de heer Bresson hem over 14 dagen wil ontslaan. Hij vraagt de vrijheid om een andere baan te zoeken. Het bestuur zal Bresson om een toelichting vragen.
Bresson geeft aan dat Simon lang niet op de hoogte is van het vak. Hij wil wel helpen zoeken naar een nieuwe baan.

In januari 1886 wordt bekendgemaakt dat Simon een betrekking kan krijgen bij horlogemaker Buiskool in Beerta. Hier kan hij f. 50,- verdienen, met aftrek van eten, inwoning en was. In maart treedt hij in dienst als bediende. De heer Buiskool vindt hem een goede werker. De verstandhouding tussen beide mannen is goed. Af en toe vindt de heer Buiskool wel dat Simon verkeerde wegen bewandeld.
De heer Buiskool biedt aan om Simon in dienst te houden voor f. 65,-. Simon wil echter naar een horlogemaker in Leens waar hij f. 75,- kan verdienen.
In maart 1887 wordt hij na ruzie met zijn baas weggestuurd door de heer Buiskool. Simon is slechts een week zonder werk.
Nu heeft hij een baan gevonden bij horlogemaker Behrens in Winschoten.

In juni 1887 geeft de heer Behrens door dat Simon ernstig ziek is. Hij is bedlegerig en gebruikt iedere dag medicijnen. Een maand later blijkt dat Simon nog steeds ziek is.
Simon geeft aan dat hij veel bloed ophoest. Hij wil zich graag laten onderzoeken door een professor in Groningen. De verschijnselen duiden op tbc.
Nog dezelfde maand wordt besloten om Simon op te nemen in het ziekenhuis van het weeshuis. Hier wordt hij op eigen kosten verpleegd.

Op 20 oktober 1887 overlijdt Simon Tuinstra aan de gevolgen van zijn ziekte. Simon is maar 21 jaar oud geworden.


Overlijdensakte Simon

zondag 22 april 2012

Old Burger Weeshuis

Het Old Burger Weeshuis in Sneek is opgericht op 29 maart 1581. In 1462 is door de Kruisebroeders een klooster gesticht. Dit pand in de Kruisebroederstraat wordt het eerste weeshuis. Rond 1581 is er oorlog rondom Sneek. De vijand verbrand in Sneek 17 huizen en dood vele personen. Het aantal wezen neemt hierdoor toe.
Tot 1854 heeft het weeshuis onderdak in dit gebouw aan het Groot Zuidend (nu de Oude Koemarkt).

De wezen die opgenomen worden moeten minsten drie jaar zijn. Ze worden opgenomen tot hun twintigste jaar. Ze mogen handicap hebben.

Er worden enkele eisen gesteld aan de wezen:
1. ze moeten in Sneek wonen;
2. ze moeten geboren zijn binnen een wettig huwelijk;
3. ze moeten Nederlands-hervormd zijn.

Dit betekent dat onechte kinderen en kinderen van een andere gezindte niet opgenomen worden binnen het weeshuis.

Als de wees bezittingen heeft als hij opgenomen wordt dan krijgt hij die op zijn twintigste jaar terug. De eventuele rente blijft in het bezit van het weeshuis.
Als de wees voor zijn twintigste jaar overlijdt in het weeshuis dan zijn de bezittingen voor het weeshuis. Als een nabestaande aanspraak wil maken dan moet hiervoor jaarlijks een bedrag worden betaald naar gelang het aantal jaren die in het weeshuis zijn genoten.

Pas in 1859 worden deze regels aangepast. Vanaf dat moment mogen ook onechte kinderen en kinderen van een andere gezindte worden aangenomen.

Dit gaat niet van harte. De rooms-katholieke wezen worden bijvoorbeeld bij pleeggezinnen ondergebracht.


Het bestuur stelt een binnenvader, binnenmoeder, huishoudelijke assistente, naaister, kok, tuinman en huishoudelijke hulpen aan. Het stelt huisreglementen op, waarin bepaald word hoe laat er word opgestaan, wat voor kleding er gedragen word en wat er gegeten word. De weeskinderen moeten de binnenvader en binnenmoeder met Vader en Moeder aanspreken.

De leiding in het weeshuis is in handen van een binnenvader en een binnenmoeder. Eén van hen moest altijd in het huis aanwezig zijn.

De binnenvader heeft tot taak, de jongens op te voeden en voor te bereiden voor hun toekomstig werk. Gewoonlijk worden ze bij het bereiken van de twaalfjarige leeftijd bij een baas "ten ambacht gesteld", of ook wel buiten de stad in de leer gedaan.

De binnenmoeder heeft de zorg voor de meisjes, die bedreven moeten worden in allerlei huis- en naaiwerk.

Voor het onderwijs en de opleiding tot het ambacht wordt dus gezorgd. Afzonderlijke onderwijzers worden voor het weeshuis benoemd en een linnenmoeder, later naaijuffrouw, zorgt voor de opleiding van de meisjes in huishoudelijke vakken. De naaijuffrouw is intern en heeft met de binnenmoeder de taak om de vrouwelijke jeugd te vormen.
Ook de godsdienstige opvoeding wordt niet verwaarloosd.


Binnenvader Bauke Ronner en binnenmoeder Johanna van der Meulen


Ook in onze familie hebben enkele wezen in het Old Burger Weeshuis gezeten.

Elisabeth Tuinstra
Elisabeth is geboren op 13-01-1863 in Leeuwarden als dochter van Jitske Tuinstra. Haar moeder trouwt in 1866 met Andries van der Horst. Jitske overlijdt in 1874. Andries overlijdt in 1880.


Simon, Willem en Jacomina Tuinstra
Kinderen van Aitze Tuinstra en Baukje Boeyinga.
Simon is geboren op 14-04-1866. Overleden op 20-10-1887, 21 jaar oud.
Willem is geboren op 24-09-1868. Overleden op 21-09-1960, 91 jaar oud.
Jacomina is geboren op 03-12-1872. Overleden op 22-03-1893, 20 jaar oud.

Aitze overlijdt in 1873, Baukje in 1879.


Wypkje en Cornelis Tuinstra
Kinderen van Simen Tuinstra en Anna de Koe
Wypkje is geboren op 18-12-1888.
Cornelis is geboren op 22-11-1893.

Simen overlijdt in 1897, Anna in 1895.


Meer lezen:

- Old Burger Weeshuis te Sneek. Gedenkboek ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan. 1581-29maart-1931

- Bakker, G, B. van Haersma Buma, G.P. Karstkarel. Van Wezenzorg naar Stadsbelang. Het Old Burger Weeshuis te Sneek 1581-1981. (Osinga, 1981)

-


dinsdag 17 april 2012

Frans Tuinstra

In de Leeuwarder Courant van 20 december 1872 staat het volgende bericht:


SNEEK, 18 december

In de hedenavond gehouden vergadering van het departement Sneek der maatschappij tot Nut van ’t Algemeen is aan Frans Tuinstra, knecht van de firma A Veen en Zonen voor 50 jaren welbeproefde trouw vanwege de maatschappij de zilveren medaille uitgereikt.
Uit naam van het departement werd hem een getuigschrift en eene fraaije leuningstoel vereerd.


Frans is 17 jaar als hij tabakskerverknecht bij de firma A. Veen en Zoon wordt. Dit is een firma die handelt in koloniale waren.


Antonie Veen (1792-1872) drijft sinds 1816 een handel in Koloniale Waren aan het Leeuwenburg 13 te Sneek. Het pand is in 1841 gebouwd naar een ontwerp van Pieter Jentjes Rollema. De zaak breidt zich uit tot een fabriek met koffiebranderij, tabakskerverij etc. en later bakkerijgrondstoffen.

Broer Jan Veen sticht in 1829 in Koog aan de Zaan een Chocoladefabriek, en vestigt zich in 1855 ook op het terrein van A. Veen te Sneek.
Opvolger is Hendrik Veen (1821-1897), zoon van Antonie Veen. In 1900 wordt in de achtertuin van het pand Leeuwenburg 13 (aan de Grote Kerkstraat) een chocoladefabriek gebouwd. Hendrik Veen wordt opgevolgd door zijn nazaten, onder andere mevrouw Titia Veen (met compagnon T. Ferwerda). De zaak wordt rond 1950 opgeheven. De winkelinventaris komt terecht in het Openluchtmuseum te Arnhem.










Frans Teekes Tuinstra is geboren op 29-01-1805 in Sneek als zoon van Teeke Jetzes Tuinstra en Jikke Franzes Hoefnagel. Hij is gedoopt op 21-02-1805 in Sneek. Frans is overleden op 07-08-1877 in Sneek, 72 jaar oud.

Frans trouwde, 22 jaar oud, op 14-05-1826 in Sneek met Hiltje Eskes, 23 jaar oud, geboren op 10-09-1802 in Sneek als dochter van Sytse Martens Eskes en Trijntje Jurjens Krips. Zij is gedoopt op 23-09-1802 in Sneek. Hiltje is overleden op 25-06-1886 in Sneek, 83 jaar oud.

Kinderen van Frans Teekes Tuinstra en Hiltje Eskes:
1. Trijntje Tuinstra is geboren op 09-12-1827 in Sneek. Trijntje is overleden op 02-06-1898 in Zaltbommel, 70 jaar oud.
2. Ytske Tuinstra is geboren op 11-09-1830 in Sneek. Ytske is overleden op 04-09-1866, 35 jaar oud.
3. Teeke Tuinstra is geboren op 23-05-1833 in Sneek. Teeke is Overleden op 07-05-1904, 70 jaar oud.
4. Geertje Tuinstra is geboren op 01-05-1836 in Sneek. Geertje is overleden op 18-10-1843 in Sneek, 7 jaar oud.
5. Yttje Tuinstra is geboren op 22-11-1838 in Sneek. Yttje is overleden op 25-04-1890 in Sneek, 51 jaar oud.
6. Cornelia Tuinstra is geboren op 27-06-1841 in Sneek. Cornelia is overleden op 01-01-1851 in Sneek, 9 jaar oud.
7. Geertje Tuinstra is geboren op 05-08-1844 in Sneek. Geertje is overleden op 08-09-1844 in Sneek, 0 jaar oud.
8. Geertje Tuinstra is geboren op 06-09-1846 in Sneek. Geertje is overleden op 18-10-1887 in Sneek, 41 jaar oud.

vrijdag 9 maart 2012

De woonplaats van Hidde Hylkes

Heeg is een waterdorp met een bescheiden kerkterp. Het dorp komt als Haghekercke in 1132 in de bronnen voor. Toen was er al sprake van visserij, scheepvaart en handel.


Het dorp is veel vroeger ontstaan op een knooppunt van waterwegen. Tussen de Syl, de levensader van het dorp, en de kerk heeft zich streekbebouwing langs de Harinxmastrjitte ontwikkeld die geleidelijk sterk verdichtte en het dorp een kleinsteeds karakter ging verlenen. Ten zuiden van deze streek stond de Harinxmastins.

Ondanks nieuwe dynamiek voor de waterrecreanten is het verleden van visserij, scheepvaart en handel nog te herkennen aan de ruimtelijke structuur en het karakter van de bebouwing in de dorpskern. Op de grietenijkaart in de atlas van Schotanus uit 1716 is de compacte dorpsstructuur te zien. De Tegenwoordige Staat van Friesland meldde in 1788: ‘Heeg, anders Hegens, een groot en bestraat dorp, op een’ vrij hoogen heuvel, gelegen ten Noorden van het Heeger meer. In ’t Westen der buurt plag Harinxma state te zijn, hebbende het gelagt van dien naam hier, sedert verscheiden eeuwen gebloeid. […] De buurt en kerk, die in den jaare 1745, in plaats van den voorige, die wel groot en aanzienlijk, doch door ouderdom vervallen was, gebouwd werd, staat aan het Westeinde der buurt; dezelve pronkt met een spits torentje […]. Buiten de buurt heeft men merendeels laage landen en veel poelen, als Henxte- Feike- Palse- Poelen enz. Van hier, Noordwaarts, loopt een paarde weg tot aan de buurt Osingahuizen, hier onder behoorende […]. Tusschen de Wymerts en het Heeger meer, ligt een stuk lands, met de naame Oostwoude, daar eene plaats gevonden wordt, bekend bij de naam van Gouden Bodem, welke mede behoort tot dit Dorp, dat zich in ’t Westen zeer verre uitstrekt.’
De paardenweg naar Osingahuizen is in 1846 tot een straatweg verbeterd en daardoor kreeg Heeg over de weg een goede verbinding met het achterland. Daarop is de Schatting geleidelijk bebouwd geraakt. Voor de Tweede Wereldoorlog werden restjes onbebouwd gebied ten noorden van de hoofdstraat en de Wegsloot met woningen gevuld. Na de oorlog zijn er in verschillende fasen ten noorden van de oude kern flinke uitbreidingswijken tot stand gekomen. Intussen waren oevers en havens voor de recreatievaart ontwikkeld en breidde het bedrijventerrein aan de noordoostzijde zich geleidelijk uit. Heeg is intusen een dorp met gevarieerde karakteristieken.


De hervormde kerk is in 1840 gebouwd ter vervanging van een kerk van een kleine eeuw ouder (1745), die weer een middeleeuws godshuis verving. Zij is een zaalkerk met een driezijdige sluiting en een houten geveltoren waarvan de romp nog uit 1745 dateert en een bekroning uit 1797. De luidklok is in 1616 gegoten. De kerk heeft meubilair uit het begin van de 18de eeuw.



De neogotische rooms-katholieke kerk is in 1876 verrezen naar ontwerp van P.J.H. Cuypers met ernstige bemoeiingen van de bouwpastoor. De eenbeukige kruiskerk heeft een driezijdig gesloten koor en een toren van drie geledingen met een ingesnoerde spits. Zij bezit een passend interieur en meubilair uit de bouwtijd en van iets later. De in 1891 naar ontwerp van Tjeerd Kuipers aan de Skatting gebouwde gereformeerde kerk is een fraai voorbeeld van neorenaissance. Zij is een kruiskerk met een toren waarvan vooral de spits rijk is gedetailleerd. Het interieur is in 1967 ‘gemoderniseerd’.







Op de Nijewal bij de Syl staat een reeks voorname woningen. De kern van Heeg, de Harinxmastrjitte, bezit voornamelijk 18de en 19de-eeuwse bebouwing. Er is een aantal voorname huizen te vinden: huizen van rijke vissers en palinghandelaren. Dorpsstraat 27 met een uitgebouwde middenpartij met fijn beeldhouwwerk is een 18de-eeuws pronkje dat zijn weerga in Frieasland nauwelijks kent. Op het Eilân nummer 1 is een bescheiden huisje uit 1782 te vinden. Midden op de zichtgevel staat een flinke dakkajuit met een zandstenen omlijsting. In de wangen zijn op elegante wijze tussen rococokrulwerk vier snoeken verwerkt en in de bekroning met een holbolle aflijsting met kuiven staat in het cartouche: ‘Siet u Selfs’. (bron: 419x Friesland / Peter Karstkarel)

Woonhuis van Hille Teekes Tuinstra

Een paar jaar geleden heb ik HISGIS ontdekt.
HIS staat voor historisch en GIS voor Geografisch Informatiesysteem. Dat is een digitaal pakket voor het verwerken van ruimtelijke informatie: kaarten op het scherm met daarachter informatie over wat er op te zien is. Aan elke kaart zijn tabellen verbonden met tekst en cijfers. Omgekeerd zijn alle tabellen weer gekoppeld aan een kaart.

Met HISGIS kan in het verleden gereisd worden. De fundering ervan bestaat uit het gedigitaliseerde oudste kadaster (van 1832). Daarop sluiten chronologische en thematische kaartlagen aan die op diverse manieren met elkaar te combineren zijn.

Ik heb de kadastrale gegevens van Sneek uit het jaar 1832 bekeken. Ik vond hierbij de gegevens van het huis en de werkplaats van Hille Teekes Tuinstra.
Hij heeft twee percelen: huis (Snk B819) en een kuiperij als werkplaats (Snk B818).




Iets verder ingezoomd.





Op de kaart is te zien dat zijn huis en werkplaats vlakbij de waterpoort staan. Als je het vergelijkt met de huidige situatie zou het het pand op Hoogend 30 zijn op de hoek met de Kleine Palen.








In de Leeuwarder Courant van 21 januari 1831 wordt het pand publiekelijk te koop aangeboden.